Werken aan deskundigheid: cursus Jellinek
Om ervoor te zorgen dat wij al onze cliënten de beste zorg kunnen leveren, volgen onze medewerkers geregeld cursussen – intern of extern. In dit kader was er tijd voor een cursus van Jellinek over het herkennen van middelengebruik, over de verschillen tussen bepaalde middelen en het in gesprek gaan met de cliënt over zijn/haar gebruik. In drie middagen hebben we ons verder kunnen bekwamen in de wereld van de verslavingszorg.
De bijeenkomsten waren digitaal, als gevolg van de coronamaatregelen. De eerste middag nam een vrolijke, bevlogen medewerker van Jellinek ons mee in zijn uitleg over de verschillende drugs die op dit moment het meeste worden gebruikt in Nederland en wat het effect is van deze middelen. Het effect maakt immers dat iemand een bepaald middel gaat gebruiken of niet. Ook de opmars van lachgas is uitvoerig besproken, en alle gevolgen die bij het gebruik hiervan horen.
Tijdens de tweede bijeenkomst is besproken welke fases er bestaan in middelengebruik. Van kennismaking met een middel tot daadwerkelijke verslaving. Wanneer is iets nu gezond gedrag en wanneer niet? Ook het motief om te gebruiken is nogmaals besproken, omdat dit van belang kan zijn bij het vinden van een alternatief. De rol van de sociale omgeving bij middelengebruik is vrij groot, net als genetische aanleg en psychische problemen. Tenslotte is er nog besproken wat de langdurige effecten van middelengebruik kunnen zijn en hoe deze kenmerken lijken op symptomen van andere problemen, zoals depressie.
Aan het einde van dit tweede dagdeel kregen we alvast een eerste blik op gesprekstechnieken, zoals motiverende gespreksvoering: een manier om ervoor te zorgen dat iemand zich meer gaat uitspreken over dat hij wil veranderen. Dit noemen we “verandertaal”. Wanneer iemand spreekt over de voordelen van middelengebruik dan noemen we dat “behoudtaal”. Hij noemt tenslotte redenen om het gebruik voor te zetten, ofwel te behouden. De laatste bijeenkomt zijn we verder ingegaan op de motiverende gespreksvoering. Hier hebben wij onze gespreks- en luistervaardigheden verder geoefend. Er was een actrice aanwezig die casussen naspeelde, zodat wij konden experimenteren met de behandelde stof. Dit maakte dat de training (inter)actief was. Een mooie afwisseling met de eerdere colleges. Het was een gezellige en leerzame training. Wij zien weer uit naar de volgende!